♥ Woordenschat 

Hier heb ik een tabel gemaakt met alle woorden uit mijn woordenschat schrift met de betekenis erbij;

Woorden Betekenis
Amputeren: Afsnijden door operatief wegnemen van ledemaat of lichaamsdeel.
Autoriteiten: degene die de macht hebben, machthebbers.
Bevreemdend: voor verbazing zorgend.
Barricaderen: met een barricade/iets de doorgang verhinderen
Bepleiten: voorstander zijn van iets en dat zeggen.
Brochure: blaadje of boekje met informatie.
Cliché: afgezaagde uitdrukking, veelgebruikt, verliest zijn kracht, stempel.
Catastrofale: rampzalig, verschrikkelig.
Concept: plan hoe je iets gaat maken
Consument: iemand die een product of dienstverlening koopt.
Cybercriminelen: online dieven/misdadigers op het internet
Complex: ingewikkeld, samengesteld
Complicatie: onverwacht probleem als gevolg van iets anders.
Duurzaamheid: streven om verstandig met energiebronnen en het milieu om te gaan (blijven bestaan.
Declameren: voordragen
extreem: heel erg
Euforie: verhoogt, diep gevoel van blijheid/geluk
Expressief: manier van uitdrukken met veel gevoel
Escaleren: erger/heftiger worden (van conflicten)
Frontaal: (met de ) voorkant
Fluctueren: steeds (weer) verschillend (zijn).
Integratie: in elkaar opgaan van verschillende groepen
Impulsief: iets uitvoeren zonder er goed overna te denken, in een impuls
Innovatie: vernieuwing in een bedrijf (nieuwe ideeën, ontwikkeling)
Irritatie: prikkeling, ergenis
Individualistisch: onafhankelijk in gedrag en zelfstandig in je denken.
Intensief: diep, krachtig
Interpreteren: opvatten
Infectie: besmetting ( met een virus of bactie, waardoor je ziek kunt worden)
Locatie: plaats, een plek
Opponent: tegenstander
Oordelen: mening over iets hebben/geven
Optische illusies: gezichtsbedrog, waarneming van het oog dat door hersenen anders geïnterpreteerd wordt.
Potentieel: vermogen, mogelijkheid
Pessimistisch: als je altijd verwacht dat de gebeurtenissen zich negatief zullen ontwikkelen
Produceren: Maken/zorgen dat er iets ontstaat ( van goederen en diensten )
Polariseren: onenigheid tussen mensen groter maken.
Perceptie: zoals iemand die iets ervaart en beoordeeld
Preventief: Ter verkoming, verkomend
Patholoog: ziekteskundige, arts die onderzoek doet naar oorzaken.
Republiek: regeringsvorm, waarbij het staatshoofd door het volk is gekozen
Representatief: goede indruk van een geheel (netjes) deel
Reguleren: voorschrijven hoe ( een activiteit ) moet verlopen
Relevant: belangrijk voor het onderwerp waar het over gaat
Riskant: als iets 1 of meer risico's heeft
Superieur: iemand van hogere rang
Speculeren: kopen & verkopen, en gokken dat het veel winst gaat opleveren.
Scenario: beschrijving van de toekomst
Territorium: grondgebied van iemand, dier of staat.
Verscheidenheid: verschillend, keuze, wisselend
Willekeurig: niet om een bepaalde reden (gekozen).

Maak jouw eigen website met JouwWeb