Grammatica
Hier vertel ik de regels van het ontleden van zinnen, de tekens ervoor en over grammatica woordsoorten.
Grammatica ontleden
Koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.
Grammatica woordsoorten
Jou/Jouw?
- jou= persoonlijk voornaamwoord
- jouw= bezittelijk voornaamwoord
voorbeelden;
1. Deze jas is van jou.
2. Dit is jouw jas.
Passieve of actieve zin?
- Actief; nu bezig, iemand doet iets
bv. ik eet een pizza
- Passief; word iets mee gedaan lv als onderwerp
bv. Een pizza wordt gegeten
(ongeschikte) bijwoordelijke bepaling
- bijwoorden in een zin
- overige delen in een zin
- Waar/hoe/wanneer...?
Hun/Hen
Hun;
- bezittelijk voornaamwoord: hun huis
- Meewerkend voorwerp zonder voorzetsel: ik geef het hun.
Hen;
- Lijdend voorwerp: Gijs gaat hen verrassen.
- Meewerkend voorwerp na een voorzetsel: Bas heeft die antwoorden aan heb gegeven.
- In andere gevallen na een voorzetsel: jij lost het voor hen op.
Maak jouw eigen website met JouwWeb